De Chinese leider Mao Zedong wilde rond 1960 de mussen uitroeien. Deze vogels werden beschuldigd van het eten van graan en werden gezien als een bedreiging voor de voedselvoorziening van het land. Als onderdeel van de "Vier Plagen Campagne" werden burgers aangemoedigd om op potten en pannen te slaan om de mussen te laten vliegen totdat ze uitgeput waren en neervielen. Echter, het uitroeien van de mussen had onvoorziene gevolgen, aangezien ze ook insecten aten die schadelijk waren voor de gewassen. Dit leidde uiteindelijk tot een toename van insectenplagen en een afname van de oogst, wat resulteerde in een hongersnood die miljoenen levens kostte.