De Chinese leider Mao Zedong had in de jaren rond 1960 het plan om bepaalde vogelsoorten uit te roeien. Dit plan kwam voort uit zijn overtuiging dat deze vogels schadelijk waren voor de landbouw en de voedselvoorziening in China.
De vogels die Mao Zedong wilde laten uitroeien waren met name mussen. Hij geloofde dat mussen schadelijk waren voor de gewassen, omdat ze zaden aten en zo de oogst bedreigden. Als gevolg hiervan gaf Mao Zedong opdracht aan de bevolking om op grote schaal op mussen te jagen en ze te doden.
Deze campagne om mussen uit te roeien had echter onvoorziene gevolgen. Doordat de mussen werden gedood, nam het aantal insecten, zoals sprinkhanen, enorm toe. Deze insecten begonnen de gewassen massaal op te eten, wat resulteerde in een grote hongersnood in China.
Uiteindelijk moest Mao Zedong zijn plan om vogels uit te roeien herzien en stopte hij met de campagne tegen de mussen. Deze gebeurtenis staat bekend als de "Vier Plagen Campagne" en wordt gezien als een mislukking van het beleid van Mao Zedong.