Op 14 september 2019 werd de grootste olie-installatie van Saudi-Arabië aangevallen door drones, waardoor de productie van ruwe olie werd stilgelegd. Dit leidde tot een wereldwijde schok in de oliemarkt en veroorzaakte een stijging van de olieprijzen.
De aanval vond plaats op de Abqaiq-installatie, die verantwoordelijk is voor het verwerken van ongeveer 7 miljoen vaten ruwe olie per dag, wat neerkomt op ongeveer 8% van de wereldwijde olieproductie. De aanval werd opgeëist door de Houthi-rebellen uit Jemen, hoewel de Verenigde Staten en Saudi-Arabië Iran beschuldigden van betrokkenheid.
Als gevolg van de aanval moest Saudi-Arabië de productie van ruwe olie verminderen en de olie-export tijdelijk stopzetten. Dit leidde tot bezorgdheid over de wereldwijde olievoorziening en veroorzaakte een stijging van de olieprijzen. Verschillende landen, waaronder de Verenigde Staten, besloten hun strategische oliereserves vrij te geven om de markt te stabiliseren.
De aanval op de Abqaiq-installatie benadrukte de kwetsbaarheid van de wereldwijde olie-infrastructuur en de impact die dergelijke aanvallen kunnen hebben op de wereldeconomie. Het incident diende als een wake-up call voor landen om hun energiebeleid te heroverwegen en te investeren in alternatieve energiebronnen om minder afhankelijk te worden van olie.