De periode waarin het verschil tussen eb en vloed minimaal is, wordt ook wel de doodtij genoemd. Tijdens deze periode is het getij minder sterk en zijn de waterstanden dichter bij elkaar. Dit fenomeen treedt op wanneer de zon, de maan en de aarde in een rechte lijn staan, waardoor hun zwaartekracht elkaar tegenwerkt.
Tijdens doodtij zijn de getijden minder voorspelbaar en kunnen er zelfs momenten zijn waarop er nauwelijks sprake is van eb en vloed. Dit kan invloed hebben op de scheepvaart en andere activiteiten die afhankelijk zijn van het getij. Het is dan ook belangrijk om rekening te houden met deze periode bij het plannen van activiteiten op het water.
Hoewel doodtij minder vaak voorkomt dan springtij, kan het toch een significante impact hebben op kustgebieden en de ecosystemen die daarvan afhankelijk zijn. Het is dan ook een interessant fenomeen om te bestuderen en te begrijpen.