De puzzel van deze autobiografie uit de jaren 60 blijft tot op de dag van vandaag intrigeren en choqueren. Het verhaal dat de schrijver vertelt, is rauw, eerlijk en ongefilterd. Het is een kijkje in het leven van een persoon die zijn diepste gedachten en gevoelens durft te delen met de wereld.
De puzzel van deze autobiografie zit hem vooral in de vraag hoeveel ervan echt is gebeurd en hoeveel ervan is verzonnen. De schrijver staat bekend om zijn creatieve geest en zijn vermogen om fictie en realiteit op een meesterlijke manier te vermengen. Dit maakt het lastig om te bepalen wat waar is en wat niet.
Maar juist deze ambiguïteit maakt de autobiografie zo fascinerend. Het dwingt de lezer om na te denken over thema's als waarheid, identiteit en de kracht van verhalen. Het zet aan tot discussie en reflectie, en laat zien hoe subjectief onze perceptie van de werkelijkheid kan zijn.
De puzzel van deze autobiografie zal waarschijnlijk nooit helemaal worden opgelost. En misschien is dat maar goed ook. Want juist door de mysterie en de ambiguïteit blijft het verhaal boeien en intrigeren, zelfs na al die jaren.