De historische periode die volgde op de bronstijd staat bekend als de ijzertijd. Deze periode wordt gekenmerkt door het gebruik van ijzer voor het maken van gereedschappen, wapens en andere voorwerpen. De ijzertijd wordt vaak onderverdeeld in verschillende subperiodes, afhankelijk van de regio en de culturele ontwikkelingen.
De overgang van de bronstijd naar de ijzertijd vond plaats rond 1200 voor Christus en markeerde een belangrijke ontwikkeling in de menselijke geschiedenis. Het gebruik van ijzer maakte het mogelijk om sterkere en duurzamere voorwerpen te produceren, wat op zijn beurt leidde tot technologische vooruitgang en economische groei.
Gedurende de ijzertijd ontstonden er verschillende geavanceerde culturen en beschavingen, zoals de Grieken, de Romeinen en de Kelten. Deze culturen maakten gebruik van ijzeren wapens en gereedschappen om hun rijken uit te breiden en te verdedigen. De ijzertijd wordt dan ook vaak geassocieerd met de opkomst van grote rijken en de verspreiding van complexe sociale structuren.
Al met al heeft de ijzertijd een blijvende impact gehad op de menselijke geschiedenis en heeft het bijgedragen aan de vorming van de moderne wereld zoals we die vandaag de dag kennen. Het is dan ook een fascinerende periode om te bestuderen en te verkennen.