De puzzelvraag "Van buiten komend, zoals het vele personeel waar de overheid maar niet op kan bezuinigen" verwijst naar een specifiek begrip dat in de context van de overheid en haar personeel vaak voorkomt. Het antwoord op deze vraag bestaat uit zes letters en heeft betrekking op een type personeel dat van buiten de organisatie of overheid komt.
In de huidige tijd is het voor overheden een uitdaging om de kosten te beheersen, vooral als het gaat om personeel. Er zijn echter bepaalde functies en rollen die essentieel zijn en waar vaak niet op bezuinigd kan worden. Dit kan te maken hebben met de noodzaak van expertise, ervaring of specifieke vaardigheden die niet intern beschikbaar zijn.
Het antwoord op de puzzel is "extern". Dit woord beschrijft personeel dat van buiten de organisatie wordt aangetrokken, vaak om tijdelijke of gespecialiseerde functies in te vullen. Extern personeel kan variëren van consultants tot tijdelijke medewerkers die specifieke projecten of taken uitvoeren.
Het gebruik van extern personeel kan zowel voordelen als nadelen met zich meebrengen. Aan de ene kant kan het de overheid helpen om snel in te spelen op veranderende behoeften en om expertise binnen te halen die anders misschien niet beschikbaar zou zijn. Aan de andere kant kan het ook leiden tot hogere kosten en een gebrek aan continuïteit binnen de organisatie.
In de context van de puzzel is het belangrijk om te begrijpen hoe extern personeel een rol speelt in de bredere discussie over overheidsuitgaven en personeelsbeheer. Het is een onderwerp dat vaak ter sprake komt in debatten over efficiëntie en effectiviteit binnen de publieke sector.